Voor een bezoek aan een nationaal park in Amerika wordt er entreegeld gevraagd. De entreegelden variëren (ongeveer) tussen de 10 en 25 dollar. Deze prijzen hebben meestal betrekking op één auto of maximaal 4 volwassenen. Enkele tickets zijn geldig voor meerdere dagen en in sommige gevallen ook voor naastgelegen nationale parken. Afhankelijk van welk nationaal park je bezoekt kan je bij het binnenrijden van het park betalen of zal je naar het dichtstbijzijnde Visitor Center moeten rijden om te betalen.

De nationale parken pass is vooral een slimme zet bij een rondreis door West-Amerika, waarbij je normaal gesproken meer dan één nationaal park bezoekt. In Amerika is deze pas bekend onder de naam ‘America the beautiful’. Deze pas is aan te schaffen bij een bezoek aan het eerste nationale park dat je aandoet tijdens je ‘roadtrip’. De kosten voor de ‘America the beautiful pass’ zijn 80 Amerikaanse dollar en hebben betrekking op één huurauto en maximaal 4 volwassenen. Reis je met meer dan 4 volwassenen? Dan zal je per persoon bij moeten betalen. Kinderen onder de 16 jaar zijn bovendien gratis.

De entreegelden voor de nationale parken besteed de regering aan het aanleggen van wandelpaden, de ontwikkeling van Visitor Centers en het beschermen van wildlife in de nationale parken.

Let op: bij een aantal nationale parken worden creditcards niet geaccepteerd. Zorg dus voor contant geld bij je bezoek aan een nationaal park. De parkenpass is exclusief parkeerkosten, kosten voor rondleidingen en kampeerkosten.

Tip: Tijdens een rondreis door Florida is het aanschaffen van deze pas niet echt noodzakelijk. Het is dan voordeliger om bijvoorbeeld alleen de entreegelden voor de Everglades NP te betalen.